Asynchrone gegevensuitwisseling betreft Machine – Machine interactie waarbij een toepassing van de verzender (Machine) op een onafhankelijk tijdstip van de ontvanger een bericht klaarzet en de toepassing van de ontvanger (Machine) op een onafhankelijk tijdstip van de verzender het bericht ophaalt.
We kennen ook processen waar het synchrone aspect niet ingevuld kan worden (autonome mutaties, bijvoorbeeld door slapende deelnemers in de BRP) of hoeft te worden (pensioenaangiften). Ook is sprake van situaties waarin asynchrone afhandeling de voorkeur heeft in verband met de lagere proceskosten (koppeling tussen omgevingen waarbij sprake is van uitwisseling van grote aantallen documenten, bijvoorbeeld UPO’s). Deze asynchrone procesvoering wordt om efficiency redenen vaak ondersteund door een message broker.
Asynchrone gegevensuitwisseling kent verschillende verschijningsvormen. Onderstaand de belangrijkste.
Hoewel vanuit veiligheidsperspectief ongewenst, gaat veel zakelijke bestandsuitwisseling nog steeds via e-mail. Het ontbreken van een laagdrempelige infrastructuur binnen de sector om veilig 1:1 berichten uit te wisselen is een belangrijke oorzaak. Voor een deel zien we hier een verschuiving naar online diensten als Dropbox of WeTransfer.
Veel bedrijven en organisaties kiezen voor het toesturen van mail waarin de aankondiging dat een of meer documenten/berichten klaar staan voor de ontvanger van e-mail. Deze persoon logt daarna in via website (MijnOmgeving) van de afzender van de e-mail om documenten/berichten op te halen of te lezen.
Downloaden/uploaden (S-HTTP en SFTP)
Hypertext-overdrachtsprotocol (HTTP) en het bestandsoverdrachtsprotocol FTP zijn twee courante methoden waarmee we bestanden en pagina's van Internet kunnen uploaden of downloaden. De beveiligde varianten zijn S-HTTP en SFTP.
Het internetprotocol Secure File Transfer Protocol (SFTP) neemt een belangrijke plaats in rond bilaterale gegevensuitwisseling. Voor structureel gebruik heeft dit protocol veel aandachtspunten rond veiligheid en schaalbaarheid. Daarnaast is het verhelpen van verstoringen over het algemeen kostbaar (veel tijd). Voor een deel zien we hier een verschuiving naar online diensten als Dropbox of WeTransfer.
Postvak
Bij een postvak architectuur (figuur-4) richt een aanbieder van berichten voor elke ontvanger een postvak in voor ingaande en uitgaande berichten. Dit heet point-to-point architectuur: een aanbieder van postvakken koppelt elk postvak met een postvakhouder en de gebruikers van postvakken koppelen direct met de postvakken die ze gebruiken. Deze wijze van werken appelleert erg aan het API denken en geeft partijen maximale onafhankelijkheid. Tegelijk moet een aanbieder van postvakken een reeks aan koppelvlakken beheren (1:n) die vroeg of laat om aandacht kunnen vragen. Dit geldt ook voor de ontvanger. Het SIVI GRS-Protocol volgt deze point-to-point architectuur.
Ook los van het GRS-Protocol volgen partijen deze werkwijze. Onder de noemer ‘Managed File Transfer’ is deze manier van werken in verschillende vormen breed in gebruik. De steeds meer voorkomende download/upload pagina’s op extranetten of binnen online toepassingen is een variant van deze systematiek. Bij het koppelen via services (API) is het vanuit een branche perspectief ongewenst dat er voor elke aanbieder van berichten (postvakken) een andere werkwijze voor koppeling via services is. Daarom is bij deze manier van werken een branche standaard van belang. In andere sectoren (onder andere netbeheerders en gemeenten) werkt men nu aan dit type afspraken.
Postvak architectuur
Bij een postvak architectuur worden door verzenders kosten gemaakt voor de postvakken software en de support rond zowel leveranciers als individuele accounts. Voor ontvangers zijn er doorgaans geen kosten. Er is geen middle man in dit scenario.
Postbus
Bij een postbus architectuur nemen verzenders van berichten en ontvangers van berichten diensten af bij een centrale partij die een digitale postbus faciliteert.
Dit heet een middle man architectuur. Het principe van een digitale postbus is dat op één plek berichten afgeleverd kunnen worden voor meerdere geadresseerden. Geadresseerden kunnen vervolgens op één plek berichten ophalen van meerdere verzenders. Voor zowel verzenders als ontvangers geldt dus een overzichtelijke 1:1 distributie en geen 1:n. Een postbus omgeving heeft een beperkte complexiteit in techniek en beheer, beperkte operationele risico’s ten aanzien van beschikbaarheid en levert daarmee een lage cost of ownership voor de gehele keten.
Over het algemeen hoeven verzenders en ontvangers maar beperkt voorzieningen te treffen om gebruik te maken van een postbus en betalen zij voor het gebruik een vergoeding aan de leverancier van de postbus (middle man).